top of page

Schrijven is scheuren!

“In het hart van de koude oorlog, speelde zich nog een koude oorlog af en dat was die tussen mijn ouders.” Een antwoord om van te smullen en van niemand minder dan Tommy Wieringa. Ik zou hoogstens een antwoord weten te bedenken als “ja, het was niet altijd makkelijk tussen mijn ouders en er was vaak ruzie”. Dodelijk saai dus.

Of wat te denken van Tommy’s anekdote ‘wij zijn natte eters’, waarbij hij net als in zijn boek De Heilige Rita, doelt op de extra jus die zijn vader tijdens het kerstdiner bij Van der Valk vroeg. Dat is toch om te smullen? Het zijn die eenvoudige, herkenbare dingen waarmee je toch heel veel zegt.

Vooruit, nog eentje dan. “Hij leefde afgezonderd van de mensen, en hoewel de dorpsrand in twintig jaar tijd bijna tot aan zijn huis was opgerukt, was de afstand tussen hem en het dorp gelijk gebleven”.

Schrijvers als Tommy Wieringa en Griet op de Beeck zijn voor mij de krenten in de pap. Allebei hebben ze een geheel eigen stijl en hun antwoorden zijn zo mogelijk nog mooier dan hun boeken, waarschijnlijk omdat veel over henzelf gaat overgoten met een sausje verbeelding en fantasie.

Ondertussen zat ik daar tussen het boekenfestivalpubliek, dit keer eens zonder alcoholische versnapering maar met een cappuccino, vol bewondering te luisteren. Enerzijds geïnspireerd en met diep ontzag maar stiekem toch ook met heel veel jaloezie. Hoe doet hij dat toch?

Ondertussen worstel ik op vrije maandagen in een tergend traag tempo met zinnen en formuleringen, waarschijnlijk het tempo waarin Tommy zijn boek al drie keer opnieuw geschreven had, want dat doet hij. Een tempo dat er bovendien niet sneller op wordt door alle pakketbezorgers die de hele dag door aanbellen. Terecht overigens, want op andere dagen tref je me amper thuis. Mogelijk dat de sneeuw me vandaag een handje helpt.

Overigens valt me op dat het publiek op literaire festivals relatief grijs is. Aan de andere kant ben ik ook pas de laatste jaren dergelijke festivals gaan bezoeken, dus misschien moet de doorsnee Nederlander minstens richting zijn midlife zitten of verder voordat we literatuur dermate gaan waarderen dat we in het wild levende schrijvers willen ontmoeten. Want literatuur gaat toch vooral veel over pijn en ongemak en de beste boeken zijn doorgaans degenen waarin we onszelf het meest herkennen; waarin het wringt.

Zelfs al zijn de woorden van bekende schrijvers onbedoeld intimiderend, dat weerhoudt me er niet van om zelf lekker te blijven schrijven. Durf te dromen zeggen ze toch? Dus dat doe ik ook. Ongegeneerd. Van wilde boekbesprekingen met Marc-Marie Huijbregts bij DWDD tot signeersessies bij Scheltema in Amsterdam of op zijn minst Van der Velde in het hoge Noorden.

Thomas, de psychiater en hoofdpersoon in mijn roman doet dat nog net een beetje beter en groter. Vooral heel veel groter. Geen idee van wie hij het heeft. Maar hoe vertel ik zijn verhaal zonder dat hij een karikatuur van zichzelf wordt en de lezer van hem vervreemd? Dat je ondanks zijn onbeholpen gedrag toch van hem leert te houden? De ene keer met een lach of een traan, de andere keer smalend en dan weer meedogenloos zijn ongemak ervarend? Dat is bij alles wat ik schrijf, tussen de pakketbezorgers door, de vraag die in mijn hoofd rond blijft zingen.

Tommy heeft het antwoord al gegeven.

Bij deze wens ik alvast alle stutters, steuners en nieuwsgierige aagjes die om de week vragen hoe ver ik al ben, een gezond 2018 toe. Maar niet te gezond, want schrijven is scheuren. En ja, dat is ook een leuke kalender.

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
Zoeken op tags
Volg ons
  • Facebook Basic Square
  • Twitter Basic Square
  • Google+ Basic Square
bottom of page