Blog X – De Vietnamese Lenterol: drie wijze levenslessen voor schrijvers
Laat ik er niet omheen draaien. Ik kan goed zeuren. Spotten. Zo goed zelfs dat anderen er om moeten lachen. Sarcasme heet dat. Een ingrediënt dat ik graag gebruik tijdens het schrijven. Maar er is meer in het leven en daarmee dus ook in het schrijven. Graag illustreer ik dit aan de hand van de drie wijze lessen die de Vietnamese lenterol mij geleerd heeft.
Les 1. Een Vietnamese lenterol zonder pepers in de dipsaus is al snel wat flauw van smaak. Nou ligt het maken van een lekker sausje me van nature beter dan het rollen en vullen van een kleverig velletje rijstpapier. Voor je het weet blijft het velletje aan je vingers plakken en scheurt het. Het is dus een delicaat werkje, net als het schrijven van je verhaal. En als je eenmaal aan het rollen bent geslagen hoe zorg je dan voor de juiste vulling zodat die scherpe saus niet te overheersend wordt? Laat ik het antwoord illustreren aan de hand van pindakaas.
Recent ontdekte ik de pindakaashemel. Deze bleek gewoon geopend ondanks foto’s op Instagram met verkeersborden waarop staat dat “De Hemel” tijdelijk afgesloten is in verband met wegwerkzaamheden.
Pindakaas. Pinda kaas. Pop-Eye heeft zijn spinazie, Willie Wonka zijn chocolade en ik mijn pindakaas. En net toen ik dacht dat de meeste smaken wel zo’n beetje uitgevonden waren, was daar de goddelijke en ambachtelijk gemaakte pindakaas met smaken als kaneel & dadel, chili & lemongrass of kokos & zeezout. De makers hebben het goed begrepen; er zit liefde in. Dat proef je. Bovendien verkochten ze ook liefde. In dit geval in de vorm van lepels waarmee je de pot leeg kunt likken. Zie hier het antwoord op de vraag. Liefde dus.
Met een fietstas vol liefde en een glimlach, fietste ik onder een heldere hemel huiswaarts. Soms glimlacht de buienradar ook wel eens terug. Simpelweg extatisch was ik toen ik op internet ontdekte dat je een kleine proeverij van alle smaken aan kon schaffen. Inderdaad. Ik weet niet of het toeval was maar ik zweer dat er een straaltje zonlicht door het raam naar binnen viel, precies op het potje met venkel, rozijn & rozemarijn, toen ik een paar dagen later omringd door meerdere potjes pindakaas met een bezweet voorhoofd mijn eerste hap nam en ik in de verte de paarsgroengele contouren ontwaarde van een regenboog. Al kan het ook zijn dat ik hard op weg ben Diabetes Type II te ontwikkelen en ik gewoon last van mijn eerste hypo had. Of was dit dan een hyper?
Het antwoord moet ik schuldig blijven. Medisch onderzoek vermijd ik liever. Dan doel ik nog niet eens op mijn naaldenfobie of mijn bloedfobie. Nee, na de theatervoorstelling van gisteravond op Noorderzon waarin een man op Jambersachtige wijze lispelde dat er zoiets bestaat als de ‘gelukkige dood’ ben ik eruit. Mocht ik dood neervallen na een pindakaashypo of –hyper, dan sterf ik de gelukkige dood. Of misschien ben ik in de war met de ‘idiote dood’. Beetje lastig uit elkaar houden, die zeven manieren om te sterven. Geniet van de smaken die het leven je te bieden heeft. Dit is les 2.
Nog enthousiaster werd ik toen ik enkele dagen later niet ver van de pindakaasvindplaats een nieuw zaakje ontdekte dat uitsluitend speciaal bier verkoopt met klinkende namen in de categorie Hete Bliksem en Dikke Donder. Tijdens het afrekenen van mijn goudgele rakkers kwam ik in gesprek met de eigenaar en bleek dat hij na lang wikken en wegen toch de stoute schoenen had aangetrokken en zijn eerste zaakje begonnen was. Nu doet hij wat hem drijft zonder de garantie dat zijn zaak ook financieel een succes zal blijken. En ook in zijn verhaal gaat het roer om en ontstaan er nieuwe paden op meerdere gebieden. Het is de sneeuwbal die al rollend een lawine creëert. Een rimpeling op het anders zo kalme wateroppervlak. Dat is natuurlijk het werkelijke succes. In het verlengde van de blogtitel; vul je lenterol ook eens met mango of feta in plaats van taugé en garnaal. Zonder verrassing wordt het te eentonig. Dit is les 3. Al betekent dit soms ook dat je afscheid moet nemen van het oude. De lach gaat gepaard met een traan, het zoet met het zuur. Dipsaus dus.
Niet veel later struikelde ik op straat over lachgas ampullen om het volgende moment minutenlang te wachten op een meneer die er een sport van maakte zijn saldo meermaals te controleren op de pinautomaat. Daar zie ik dus de lol wel van in.
Je probeert een hap van je lenterol te nemen en een deel van de vulling valt eruit. Wat doe je dan? Dan vul je hem opnieuw en rol je hem weer op. Nadat je er hartelijk om gelachen hebt. Lach om de gekke dingen in je leven, probeer er het positieve van in te zien en gebruik het of voeg er iets aan toe. Ook ‘in jouw verhaal’ bedoel ik dan.
Vandaar dat ik de in mijn brein afgestofte jeugdherinneringen opnieuw beoordeel op hun bruikbaarheid voor ‘mijn verhaal’. Herinneringen aan oranjekleurige piramidetenten met dat kenmerkende plastic tentzeil geurtje of aan mijn nichtje die me ooit wist te vertellen dat zij rijk in schelpen was. Interessante, soms vertederende en herkenbare taferelen die me doen overwegen of ik ze op een bepaalde manier alsnog in het verhaal zal verwerken.
Want de tijd is rijp.
Met een frisse blik ga ik vanaf september stukje bij beetje het manuscript voor de derde keer herschrijven met daarin de verwerking van de feedback die ik ontvangen heb.
Ik heb er zin in!
Wat er vanavond op tafel staat?
Inderdaad…